Blij op de boerderij

4 februari 2010

En een kleine week later... Sloeg hij kloek zijn eerste dag colleges over, werd hij wakker door het kraaien van de haan en het ruisen van de regen ergens op het Mexicaanse platteland. Hoe heeft het zo ver kunnen komen? In een week tijd kan een mens veel beleven, zeker als dat mens op reis is. Dit is echter een waarheid als een koe en dus verder niet de moeite om bij te blijven stil staan. Het gevoel dat er echter bij komt kijken, namelijk dat van 'ik ben hier al een eeuw en ik steek behendig de straat over alsof ik dat nooit anders heb gedaan' is redelijk essentieel voor het gevoel dat ik op dit moment bij me draag. Die converter lijkt voor mij steeds minder nodig te zijn. Helaas wel voor mijn kleine laptopje, met als gevolg dat de stekker te zwaar is voor het stopcontact en er half uithangt; olijke vonkjes als gevolg die me doen denken aan het relaas dat een vriendin (Nerine voor de ingewijden) ooit neertikte op een weblog over de electriciteits-etiquette die men hanteert in Nepal: wat nou stekker, twee losse koperen draden, beetje frutselen in het stopcontact en dan doet ie het wel weer. Hier is het niet zo heftig, maar enigzins labiel is de stroomdistributie hier wel. Om te voorkomen dat de stekker er knetterend mee ophoudt, wordt deze op dit moment ondersteund door een pak muesli en een karton met koekjes zodat het daar op kan rusten, terwijl buiten de regen onverdroten neerdraalt. Dit is dan ook gelijk een schrale troost voor alle verbitterden die me de afgelopen dagen berichtjes stuurden over het dikke pak sneeuw dat in Nederland is gevallen: sinds eergisterenmiddag heeft het nonstop geregend en is de temperatuur zo'n graad of tien gedaald. Ik heb me verschanst onder een deken in mijn kamer (in een ander huis), bier met limoen en zout (zo doen ze dat hier in Mexico, zeker aan te raden maar dan niet met een Trapistje of Duvel, beter met dat lichte bier als Corona) aan de ene hand en aan de andere hand een zak nog ongeopende Jalapeno-chips van mijn favoriete Mexicaanse merk. Vandaag ben ik toch nog wel meerdere keren naar buiten gegaan; naar de waserette voor de was (en terug met een vuilniszak vol schone was op het hoofd als een Guatemalteekse schone op de markt), om fruit en muesli te kopen in verwarrende marktkraampjes en om een geitenstoofpot te eten, genaamd 'birria'. Voor ik weer referenties krijg naar mijn geblikte geiten-rendang die me ooit werd aangesmeerd in een Chinese toko: deze smaakt echt exact hetzelfde als oma's jachtschotel. Het was een bijna griezelige ervaring om op een plek zover van huis iets te eten dat zo exact hetzelfde smaakt als dat van thuis, maar leuk was het wel. Verder had ik een enorme trek in sushi, en dus werd dat ook aangeschaft in een electronikazaak (zo is Mexico). Enigzins anders dan de sushi in Nederland was ie wel: met philadelphia omhuld en geen wasabi, maar chili in sojasaus. Achja, misschien een belediging voor de Japanse keuken maar stiekem smaakte het heel goed: helemaal met een Mexicaans groen sausje van avocado's en koriander. Maar hoe kwam het dan toch dat ik vanochtend wakker werd op een rancho (ranch), in een klein dorpje zonder asfaltwegen, tussen bruine bergen en dronken mannen met cowboyhoeden in cantina’s? Het klopt dat ik niet naar de eerste dag van college ben gegaan, iets dat totaal niet klopt voor diegenen die me enigzins kennen. Ik ben hard bezig met mijn informele Mexicaanse inburgeringscursus op niveau 2: officeel zijn de lessen misschien wel begonnen deze week, maar dat hoeft in praktijk weinig te zeggen: de studenten die op uitwisseling zijn gekomen hebben nog niet eens hun universiteitspasje ontvangen, laat staan dat ze ingeschreven zijn voor de cursussen die ze vorig jaar al hebben uitgekozen. Het bleek op de ‘orientatiebijeenkomst’ van mijn eigen faculteit (de CUCSH, uitgesproken als [koeksj]) dat we weer nieuwe vakken moesten uitkiezen, zonder te weten hoeveel credits (ECTS) deze vakken zouden opleveren. De kordate begeleidster Sandra (het haar stevig achter over gekamd en in de boenwas, klapkuiten onder het donkerblauwe mantelpakje) wist ons wel te melden in de verder onduidelijke bijeenkomst dat we een gruizig gekopieerd formuliertje moesten invullen met onduidelijke afkortingen als CURP voor ons uiteindelijke studentenpasje. Toen ik uiteindelijk toch mijn vakken had uitgekozen, mocht ik van de, wederom kordate, dame van de administratie (bruine pluizige trui en rode glitternagels) niet mijn formuliertje inleveren: “Nee jongen, beter dat je de eerste week van je colleges afwacht om dan te kijken of je de vakken echt leuk vindt. Kan je altijd nog iets veranderen en later terugkomen oke?” Een dergelijke gang van zaken kan ik simpelweg niet erg serieus nemen. Wetende dat ik dezelfde vakken twee dagen later weer zou hebben, ben ik er stiekem tussenuitgeknepen om via 2 a 3 hobbelende bussen en twee taxi’s in een verweggistan te geraken waar de straatscenes er uit zagen alsof ze op een Hollywoodset werden gemaakt: overal pickuptrucks, ongelijke keienwegen, straathonden met kromme ruggen, wankelende cowboys (inclusief hangsnor en laarzen!) met rauwe stemmen, knallende corridos en rancheras uit de cantinas en een zware donkerte als de nacht valt. En die druilende regen die alles in een licht zette dat me deed denken aan mijn eerste reis samen met Laura door Guatemala in 2006, toen we talloze haveloze dorpjes aandeden waar vrouwen in traditionele kleding bij elkaar groepeerden rond de wasplaats en er inderdaad ook overal mannen met cowboyhoeden en pickuptrucks stonden, onder een grijze hemel waaruit druilerige regen neerdroop. Vandaag ben ik braver geweest en wel degelijk naar college gegaan. Wederom een farce, maar toch niet geheel nutteloos: de lerares reikte aan ons 4 studenten het studieprogramma uit, waarna ze meedeelde dat er volgende week geen les was omdat ze naar een congres ging. Tot de vijftiende dan maar en weg was ze. Genoeg tijd over om andere enigzins ‘ huishoudelijke’ taken te verrichten die de afgelopen dagen waren blijven liggen door talloze kleine voorvallen en avonturen. Ik ben ondertussen dus verhuisd naar een ander huis dat een stuk schoner is, met enorm dakterras en ruime kamers. De huur is ook wel gelijk een stuk hoger, maar dat liever dan die vorige kamer waar ook geen knokkelzeep tegen was opgewassen. Ondertussen heb ik al wel ontdekt dat wassen met de hand ook hier nog steeds gebruikelijk is: ik heb mijn witte was nog wel gedaan vorige week met iets dat lijkt op sunlight-zeep en een scheutje witmaker erbij. Na het ophangen in de zon heb ik nog nooit zulke witte handdoeken en blousen gehad. De huishoudschool had me vast en zeker een pluim gegeven. Verder heb ik al veel nieuwe Mexicaanse vriendjes gemaakt met wie ik fijn kan spelen: ze hebben me al verschillende discotheken laten zien en twee prachtige koloniale voorstadjes (voorheen dorpjes): Tlaquepaque en Zapopan. Op Tlaquepaque ben ik een beetje verliefd geworden: grote haciendas vol met peperdure kunstgalerijen (dit klinkt wel gelijk heel yuppie-teleac en cultureel veranwoord, excusez les mots) en ook het verkooppunt van de kunstenaar Sergio Bustamante met surreële, Dali-achtige schilderijen in een stijl die me deed denken aan de tekeningen van een goede vriendin. Ik heb daar eindelijk in een poepsjiek restaurant een goede Chile en Nogada (een soort gevulde paprika in een zoetige notensaus) gegeten: typisch Mexicaans en niet eens heel pittig. Het komende weekend staan er weer van allerlei dingen op het programma: ik ga eten bij vriendinnen van vrienden, naar een soort kunst-licht expositie op een afgesloten straat en nog veel meer bier met limoen en zout drinken en voor de rest vooral genieten. Ik heb besloten dat ik vooral ga genieten van mijn tijd hier en heb het knetterhard studeren op een tweede plan gezet. Desalniettemin heb ik veel zin om me te gaan verdiepen in de thema’s van de cursussen die ik ga doen: Mexicaanse literatuur in de twintigste eeuw, literatuur uit Jalisco (de staat waar Guadalajara zich in bevindt) uit de twintigste eeuw, Mexicaanse literatuur en zijn hedendaagse ‘bewegingen’ en ten slotte Identiteit en Multiculturalisme. Ik zal wel zien wat de dag me brengt, voorlopig in ieder geval regen.

7 Reacties

  1. Ine:
    5 februari 2010
    hoi joris,
    heb via erinn nu ook je weblog gevonden. leuk om te lezen (al weet ik nou nog niet precies waarom je op die boerderij zit). 'knetterhard studeren', ach dat hoeft misschien niet, maar je moet wel een beetje denken om de naam van de uitwisselingsstudenten. heb net vorige week een diner gehad waar ik naast de vertegenwoordiger van de UNAM terechtkwam die veel kritiek had om onze uitwisselingsstudenten: lui, ongerinteresseerd etc. ja, maar zo zijn ze niet allemaal roep ik dan. verder was het wel een gezellige prater dus ik heb me wel vermaakt die avond. succes en vele plezier.
  2. Arual:
    5 februari 2010
    hey lieverd!

    ben blij om te horen dat je gelukkig bent, dat is tenslotte het belangrijkste!! ik ben echt trots op je :-) je passie uit zich niet in boekjes, papers en tentamens maar in 'hoe' je leeft.
    verder heb ik Tlaquepaque ff gegoogled en het ziet er idd mooi uit. zover ik dat kan zien natuurlijk of die vage foto's. helemaal mexico van de reisboekjes ;-)
    bon, ik kijk uit naar je mailtje en ga nu ontbijten (koffie uit een homer simpson mok, broodjes met nutella en daarna nog een sigaretje hoezee).
    dikke kussen en vele lekjes van Franka! KEF KEF!
  3. Laila:
    5 februari 2010
    Hoi Joris!

    Leuke verhalen. Zo te horen voel je je al helemaal thuis daar, maar ik had ook niet anders verwacht :) Wat betreft het inschrijven, zelfs in spanje gaat het zo. Pas vanaf 15 februari (na 3 weken les) kunnen we 'beginnen' met inschrijven en studentenpas aanvragen.. Ik vind het leuk hoe je je toch altijd weet aan te passen aan gekke (eet-)gewoontes! Heel veel plezier en inderdaad niet te veel studeren ;)
    Liefs!
  4. Poentje Waaigat:
    6 februari 2010
    Klép!!!

    Je hebt een huis, wat prettig! Dat de huur zo hoog is maar op de koop toe, een fijn huis is belangrijk.
    Wat betreft identiteit en multiculturalisme. Stel je voor als makaku: "Eigelúk ben ik van binnen een blacka uma." En je identiteit is gezet.
    Ik heb je een lange mail gestuurd met alle toeters, bellen, anyisas en kuilen in mijn, op het moment, wat waaierige bestaan. Beter gezecht, de storm heeft mijn anyisa in alle windrichtingen geblazen. Doe ik mijn naam waaigat toch nog eer aan.

    Lief, wat goed dat je aan het genieten bent en dat studie met stip op nummer twee staat. Studeren kan hier ook nog, daar moet je vooral een onvergetelijke ervaring voor jezelf maken. En daar hoort studeren ook bij, maar gewoon omdat het leuk is om te leren. Je hoeft niets te bewijzen, dat heb je al gedaan, onthoud dat.

    Bong, laat het systeem wandelen. Bosi
  5. Hester:
    7 februari 2010
    Jorje! Celoso es lo que soy! Klinkt goed, en inderdaad vooral genieten. Waarom en met wie was je nou eigenlijk naar die boerderij gegaan?

    kiss
  6. jacqueline dekkers:
    8 februari 2010
    wat een leuk bericht weer Joris. geniet ervan groetjes jacqueline
  7. Sabine Wong:
    11 februari 2010
    Hey schatje, I'm glad you're doing good... Klinkt heerlijk en wat rollen er toch zalige volzinnen uit jouw vingertopjes.. Ik vind het fantastisch om te lezen! Maakt me beschaamd dat ik vorig jaar jouw gigantische epistelen niet heb doorgelezne.. Ik ga zelf ook een blogger aanmaken, you'll hear from me baby.!