Dat loopt als een klok op tequila

12 februari 2010 - Guadalajara, Mexico

Het tijdsbegrip voor Mexicanen lijkt op een andere leest te zijn geschoeid dat die van de gemiddelde west-europeaan. Ik was er toch werkelijk van overtuigd dat het vandaag zaterdag was toen ik wakker werd, tot ik me opeens realiseerde dat dit niet zo kan zijn omdat het donderdag moest zijn. Bij nadere inspectie van het klokje rechtsonder op het bureaublad bleken we toch echt al op vrijdag te zijn beland. Als het begrip 'tijd'  wordt opgevat als klei, dan maken ze er in Mexico vreemd-geribbelde gedrochten van. In Nederland is het een egale vierkante pannenkoek, hier meer een hompje met staketsels en inkepingen. Dit tijds-hompje beinvloedt (het ontbreken van leestekens wordt me hopelijik vergeven) behoorlijk mijn dagelijks doen en laten en dus ook het al dan niet verschijnen van een regelmatige blog-update. Deze week heb ik me dan ook met name bezig gehouden met mezelf rustig krijgen op allerhande manieren. De meeste lezers zullen weten dat ik nog wel eens krom kan trekken van de stress met op hande zijnde deadlines, in te leveren papers, doemtentamens of gewoon sociale drukte. Zet dit pakket (gewend aan een tijdspannenkoek zo egaal als de buitenwijken van Houten) in de surrealistische chaos van het dagelijkse Mexicaanse leven en de resultaten zijn als verwacht.

Na de eerste week een beetje achter de muziek te hebben aangelopen, nam ik me voor om de tweede week gewoon heel rustig 'waka' (oftewel te wandelen op zn Surinaams) door de dagen heen. Rustig een beetje studeren, op gezette tijden gaan slapen, goed mijn colleges voorbereiden etc. Dat kan ik me misschien wel heel mooi voornemen, maar dat wil niet zeggen dat mijn omgeving zich daar in kan schikken. Het weekend was al enigzins gemeleerd verlopen: ik was zaterdagmiddag op een 'parrillada'  beland; iets dat de portugees-sprekenden onder ons zullen kennen als 'churasco', oftewel een uitbundige barbecue met vooral grote lappen ontzettend goed vlees, veel bier en een beetje volleybal (dat laatste natuurlijk niet voor mij). Dit alles geschiedde op zon 50 KM buiten de stad, op een vreemd parceel waar om de 100 meter een soort van grafzerk uit de grond stak waar 'Hacienda'  gevolgd door een titel op stond. Stel je een bouwkavel voor in the middle of nowhere, kale electriciteitspalen, bouwputten en een aantal afgebouwde huizen. Daar trof ik een uitgelaten groep vriendelijke Mexicanen aan, zo rond de 30, de meesten uit Sinaloa (woordflitsen als 'narcocorridos!'  'banda!' 'drugskartels!' 'cowboys met falsetstemmetjes!' schoten door mijn hoofd). Ik werd achter de barbecue geparkeerd en heb het vlees bereid, terwijl de quesadillas er boven op smolten. Voor het gemak vergat ik maar even dat ik in Nederland zelf nooit vlees bereid en het maar spaarzaam eet en dat mijn maag dus niet stond te wachten op een narcocorrido-achtige hoeveelheid dood beest met hete saus, geblusd in een blikje of 8-9 Tecate-bier en gebrul in een karaokemicrofoon. Vervolgens werd het geheel afgemaakt in een stampvolle discotheek in Guadalajara waar vreemd genoeg gratis eten werd geserveerd door een norskijkend dikkerdje met roze glitteroogschaduw. Naast het bereiden van Birria (geitenstoofvlees, lokale specialiteit) beschilderde ze ook heiligenbeelden. En zo stond ik, in een zweterige, berookte nichtentent, oog in oog met onder andere een gifgroene Sint Judas Tadeus (San Judas Tadeo), de Virgen de Guadalupe (in zuurstokroze natuurlijk), een heilige die veel leek op Sint Joris (maar die een andere bleek te zijn bij nadere inspectie) en een muur behangen met strenge crucifixen. In Mexico kan alles. Mijn maag hield het voor gezien bij thuiskomst. Niet zo zeer de alcohol, maar de grote hoeveelheden chicharron (torresmo/kaantjes), geitenvlees en runderlappen kwamen er na twee uur maagkrampen aan de verkeerde kant uit. De volgende dag voelde ik me toch een beetje slapjes.

Na dit nogal intense weekend had ik maandag geen colleges, omdat mijn lerares Mexicaanse Literatuur uit de Twintigste Eeuw zo nodig op congres moet de eerste twee weken van het nieuwe semester. Ik heb de dag doorgebracht met mijn nieuw hervonden speelgoed: het wasbord. Ik heb de hele morgen staan schrobben in de bijkeuken, met koud water en boenzeep (zonder knokkels helaas!) al mn witte was over de ribbels gehaald en vervolgens een uur laten weken met waspoeder en een scheutje vanish. Paar uurtjes laten drogen in de felle zon en het was echt heel, heel wit. Jammer alleen van die roestige waslijn, nu heb ik een minder charmant oranje lijntje in de kraag van mijn blouse. Ik ben er tevens achter gekomen dat Kawina (Surinaamse feestmuziek) en Soukouss (Congolese muziek) zijn uitgevonden om de was bij te doen; mijn handen kennen de ribbels, het wringen en gieten alleen iets te goed: ze zijn nogal droogjes nu. De rest van de week ging voorbij in poezieanalyse, het lezen van een verhaal over een tot leven komende Chac Mool (Mexicaanse god van het water, onder Nederlanders beter bekend als 'die Holle Bolle Gijs van de Pirana'), verwarring over buslijnen, lompe chauffeurs en 1000 kleine bizarre details. Zo wilde ik eindelijk iets vruchtbaars gaan doen voor mijn studie afgelopen donderdag: ik ging natuurlijk veel te laat van huis en liep richting een particuliere bibliotheek waar goede studieplekken zouden zijn. Naarmate ik dichter bij kwam, begon ik een vreemde lucht, als van verbrand vlees, te ruiken. Zwarte walmen trokken door de straten. Toen ik bij de bibliotheek aankwam, bleek de aanpalende Burger King en het dak van de bibliotheek in de fik te staan. Het plein stond vol met mensen, de brandweer kwam aanrijden met een bluswagen die natuurlijk vast kwam te zitten in een kuil: gejoel en gefluit. Dit was voor mij een te duidelijk teken: oke, als zelfs de bibliotheek waar ik wil gaan studeren in de hens gaat, lijkt het er op dat ik gewoon terug naar huis moet gaan om te doen waar ik het beste in ben: Cubaanse rijst met bonen maken, en schrobben. Beide tot groot plezier van mijn Poolse huisgenoten. Mijn rijst en bonen zijn een groot succes hier in huis. De dag erna heb ik eindelijk wat serieuzer me kunnen wijten aan mijn studie en zowaar gedichten geanalyseerd en een essay van Octavio Paz gelezen.

De colleges zelf blijven me verbazen. Zo heb ik mijn lessen op vrijdagavond verwisseld voor de dinsdagochtend: van 7 tot 10. Een college dat zou moeten gaan over de culturele geschiedenis van het koloniale Mexico, ontaardde in een discussie over het statische academische onderwijs in de oude wereld in verhouding tot de informele dynamiek van Latijns-Amerikaanse staatsuniversiteiten als de UNAM (Mexico City) en de UDG ('mijn'  universiteit). Dit land kan behoorlijk taki-taki zijn af en toe, maar hierin hebben ze wel degelijk gelijk. Altijd heb ik gedacht dat 'wij'  in Nederland kwalitatief hoogstaand onderwijs hebben wat ik nog steeds onderschrijf. Toch moet ik bekennen dat, misschien juist wel door de informaliteit van de Mexicaanse maatschappij, de interactie tussen docent en student vele malen groter is dan in Nederland. Wat ik tot nu toe altijd heb ervaren is dat ik als Nederlandse student vooral veel presentaties moest geven, papers moest schrijven en tentamens moest blokken om mijn punten binnen te halen. Het ging in een gegeven moment zelfs zo ver dat mijn manier van citeren (ik gebruik in principe altijd MLA voor de ingewijden) als 'foutief' werd aangemerkt, ik moest per se op een andere manier te werk gaan (Chicago Style). Slechts een kwestie van een paar kommas en haakjes, iets dat ik mierenneuken durf te noemen. Ik zeg niet dat het onderwijs hier in Mexico beter is dan in Nederland, maar dat zeker ook het andere van het onderwijs in Mexico te waarderen is. Daarnaast staat dan ook wel weer dat bijvoorbeeld mijn lerares voor 'Mexicaanse literatuur en zijn huidige ontwikkelingen'  (type ' propke' in babyroze broekpak) slechts 40 minuten per keer college geeft, een half uur te laat komt, zit te smsen tijdens de les en onverstaanbaar Spaans brabbelt. Overigens vernam ik dat ze de eerste keer helemaal niet is komen opdagen. Ik was mijn handen niet in onschuld; ik was er zelf ook niet. Het college over literatuur uit Jalisco wordt gegeven door een sympathieke man die wel iets meer van ons vergt; desalniettemin lijkt het nog steeds relatief eenvoudig: er moeten vooral veel leeskilometers gemaakt worden, en pas over vijf maanden een paper van een pagina of 10 op dubbele regelafstand. Dit alles in ogenschouw nemende, blijf ik me druk maken over die kleine friemeldingen die het leven me hier soms een beetje belemmeren. Daarnet noemde ik al het frustrerende van bussen die gewoon doorrijden ook al steek ik mijn hand uit, maar ook de bureaucratische chaos op de universiteit zelf is om ontzettend moe van te worden. Zo zouden onze 'credenciales'  (studenten-id's) al begin deze week klaar moeten zijn. Het wordt nu pas volgende week, zegt men. Zonder deze credenciales kan ik geen boeken lenen in de bibliotheek, kan ik geen korting krijgen op mijn bus- en metrokaartjes en als kers op de taart ben ik ook nog niet geregistreerd voor mijn vakken en ben ik dus  nog steeds de Hollandse boon met spekjes in een Mexicaanse tortilla. Een combinatie die overigens erg goed samengaat.

Ik zou nog graag willen uitwijden over de talloze details die het leven hier kruiden, zoals de tonnetjes drinkwater die ze aan de deur brengen, de man van het gas die zn tanks zo 'hop'  het dak op sleept, het prachtige dakterras dat we hier hebben, de plakkerige broodjes van de buurtwinkel aan de overkant, de marktlui die je afzetten waar je bijstaat, het feit dat we alleen maar warm water in de badkamer hebben, de slechte koffie die men drinkt en de geweldige ananassen die men eet. Het feit is alleen dat achter de dubbele slaapkamerdeurtjes mijn Poolse huisgenoten Kasia en Wojtek staan te wachten om naar een cultureel festival ter ere van Julio Cortazar te gaan. De tijd plooit en rekt zich...

6 Reacties

  1. Marieke:
    13 februari 2010
    Joriz, hier word ik nou gelukkig van op de vroege zaterdagmorgen na een hel van een week. Ga zo door!;)
    xx marieke
  2. broer:
    13 februari 2010
    ik wil ook in mexico college geven (minus babyroze broekpakje)
    kusje,
    Teun
  3. Marieke Harbers:
    17 februari 2010
    Ik wil bij jou op visitie komen :d.

    xxx
    Marieke
  4. jacqueline dekkers:
    17 februari 2010
    wat een geweldige brief weer, joris, waar haal je het allemaal vandaan??? heerlijk om te lezen
    ga zo door liefs jacqueline
  5. mama:
    17 februari 2010
    Ha zoon, nog wat licht in het hoofd na vier dagen carnaval en een heavy vergadering er achteraan lees ik je blog. jij viert daar duidelijk je. eigen carnaval, volgens jaar toch maar weer worstebrood ipv grote lappen vlees.? Hou je taai!
    Veel liefs
  6. Devran:
    21 februari 2010
    HAHAHA ik moest ook van jeweetwelwie Chicago Style doen echt zij is ook een miereneuker:P btw wij hadden ook een wojtek in fukuoka:P was scharrel van Adriana XD (naja als je t uitspreekt als wohtek):P