Boenen en Rijst met Bonen

19 februari 2010 - Guadalajara, Mexico

Gevlucht voor zoveel watergeweld, vond hij zijn soelaas in een bleekverlichte zaal met lelijke kleien koppen aan de muur die streng op hem neerkeken. Een druilerige lucht en een druilerig gevoel na een vierde of derde week. Ondertussen was hij de tel kwijt geraakt in de dagelijkse verwarring. Hoe heeft hij daar toe kunnen lijden?

Dit keer gaan de berichten van overzee over de minder fraaie kanten van het leven van een normaliter geordend en hardwerkende student, opgeslokt in een land van gaterige stoepen en onverstaanbare woordenbrijen. Het is niet alleen maar een exotisch pais en vree, het is geen Kras zon-vakantie en geen tequila-party trip van 7 maanden. Het is ook geen tijdsoase van toegewijde en regelmatige studie. Het is voor een geordend persoon vooral veel chaos en onbegrip.

Te beginnen met de dagelijkse gang van en naar de universiteit. Meestal kies ik er voor om gewoon te lopen, dat is het eenvoudigst en kost het minste hossel. Afgezien van de talloze bedelaars, snoepkraampjes en voornoemde gaten in het stoepbeton is dit goed te doen, en kost het me zon 20 minuten. Met een stevige chutneykawina (voor de niet-ingewijden: kruising van hindoestaanse muziek uit de Guyanas, Trinidad en Tobago aan de ene kant en traditionele Surinaams-Creoolse muziek aan de andere kant, voorzien van natuurlijk een sausje van computerbeats), boekemix of een Antilliaanse trilplaat (niet die van Connie Breukhoven) stap ik stevig door, zing ik hier een flard mee en krijg ik daar een starende blik. Die blikken ben ik wel gewend; ik ben nu eenmaal een güero, een blanke lange sliert (nu ook nog eens verbrand!) die overal zo half boven uitsteekt en die ook nog de aandacht op zich weet te vestigen door hardop en uit de toon "seki seki na gogo", of "nami un kos chikitu" te zingen, terwijl hij stuurs doorloopt. Dit is mijn dagelijkse katharsis, na alle kleine frustraties die ik zelfs al op weg naar de universiteit kan tegenkomen. Soms, of eigenlijk meestal, is er geen tijd om te lopen en moet ik een bus pakken: deze dinsdag was dat bus "Cholo 078". Over het busvervoer hoef ik volgens mij verder weinig uit te wijden: de chauffeurs zijn nog erger dan die van Veolia Tilburg, rijden of ontiegelijk hard of slakkelangzaam, trekken op voordat je goed en wel bent ingestapt en hebben vooral de heerlijke gewoonte om door te rijden als je al 6 bussen hebt zien paseren en je ondertussen doorweekt van de regen eigenlijk gewoon in of onder je bed wilt liggen om er voor de rest van de dag warme chocolademelk in te drinken. Helaas, ik heb me bij dit aspect al kunnen neerleggen en probeer te genieten van de ongeordende, nogmaals bizarre omgeving die het interieur van en de personen in zo´n bus kunnen vormen. Zo stapte ik vorige week in een bus die compleet geblindeerd was. Van binnen verlicht met blacklight dat elke keer aansprong zodra de chauffeur op de rem stapte. Voorin zat een huilende peuter die half van de schoot van zijn moeder hing. Er naast een fenomeen dat wij metro/tram/bus/treinrijzende Nederlanders helaas maar al te goed kennen: een blerende telefoon op het hoogste volume. Dit keer was het Michael Jackson, maar de eigenaresse was enigzins opmerkelijk: een stuurs (wat hebben die mensen hier toch met stuurs kijken? Of is het slechts mijn interpretatie?) kijkende vrouw van zon 60 jaar, het haar kortgeknipt en geheel in spijkerstof gehuld. Omvang: Hanneke Groenteman. Het kind naast haar leek haar niet te deren, ook niet dat ik haar hardop "koai wefke" noemde. Helaas, ze kwam duidelijk niet uit Tilburg. Dit zover de bussen. Het is slechts een detail van de kleine frustraties die ik dagelijks tegenkom.

Dan is daar het bureaucratische gehakketak op de universiteit. Ik kan me herinneren dat ik daar ook al eerder heb over uitgewijd, maar het blijft me behoorlijk irriteren. Aangezien ik vakken volg bij twee vakgroepen (geschiedenis en letteren), heb ik me bij beide moeten registeren op natuurlijk verschillende manieren. Bij geschiedenis ging dat via een balie waar een wederom stuurs kijkende (zij het ook wat korzelig deze keer!) dame met parelmoeren nagels (ook zij figureerde al eerder op dit blogje) mijn gegevens in de computer hamerde. Bij de afdeling letteren wilden ze het op een velletje, dus kregen ze het op een velletje. Ze nemen echter niet de moeite om ons vervolgens ook te registreren: ik moet nog steeds elke les vermelden dat "Jorge Eikenaar" ook presente is. Overigens neemt lang niet elke leraar de presentielijst door, of ze doen dat zo plotsklaps dat ik niet in de gaten heb dat ze geen schrijvers aan het opnoemen zijn, maar mijn klasgenoten. Verder is er het beruchte probleem van de studentenpassen voor de studenten aan de CUCSH (centro universitario de ciencias sociales y humanidades, mijn faculteit). Ik vernam van mijn huisgenote Kasia dat een vorige huisbewoner er 2 maanden op heeft moeten wachten. We zijn nu ondertussen drie a vier weken verder: elke keer als ik me vervoeg aan het vrolijke bureau van Sandra (coordinatrice van een onduidelijke internationale afdeling in een onduidelijk kantoor), bijt ze op haar onderlip en zegt ze met spijt in haar ogen dat ze het "ook niet weet", of dat "de machine kapot is en dat alle passen moeten gemaakt worden op het hoofdkantoor aan de andere kant van de stad" en dat ze er vooral morgen zullen zijn. Ondertussen ken ik het riedeltje wel en hou ik het bij een wekelijks ipv dagelijks Sandra-bezoek. Het enige nadeel is dat ik zonder studentenpas geen boeken kan lenen uit de bibliotheek. Op zich best handig als je studeert.

Ook de technologie is bewonderenswaardig te noemen. Als dit onderwerp wordt aangeroerd in een gesprek, noemen Mexicanen hun land als snel derde-werelds. Iets waar ik het niet helemaal mee eens ben: vaak zijn er wel de apparaten of benodigdheden, maar ontbreekt de infrastructuur. Een fraai voobeeld daarvan heb ik afgelopen maandag mogen ondervonden: we werden gesommeerd om een kleine recensie te lezen en uitgeprint mee te nemen naar college. Het tijdschrift zou voor handen zijn in de Biblioteca Iberoamericana, dezelfde bibliotheek die vorige week nog in de hens stond. Daar aangekomen, bleek de hele oplage te zijn geruimd omdat die "oud" was, of vanwege een reden die me nog steeds niet duidelijk was. Er werd mij en Valerie, een Canadese medestudente, verteld ons te begeven naar een openbare bibliotheek niet al te ver daar vandaan. Aldaar daalden we af in een bedompte leeszaal via niet-werkende roltrappen (busstation Utrecht!)waar een vriendelijke man een telefoonnummer opschreef van een andere vesting van die bibliotheek, zon 15 blokken verderop. Voor diegenen die nooit in Mexico zijn geweest: dat is niet loopbaar. Na een busrit en het ondervragen van een puber die het ook maar half wist ("maar ik heb een broer in Californië weet je, dat is echt la onda, dat is echt super tof!") stonden we ergens tegenover een enorme vesting dat gelukkig een klein poortje had waardoor we die alsnog konden nemen. Binnen: 1978. Een heftig opgemaakte mevrouw met Agneta-van-Abba-haar die ons uitputtend goed hielp, bruine houten lambrisering en iets dat ik alleen maar kende uit de KUB-verhalen van mijn vader: kaartenbakken om een boek te lokaliseren. Na ongeveer drie kwartier wachten, het raadplegen van microfiches en wat al dan niet meer voor seventies parafernalia, kwam ze tot de conclusie dat ze het tijdschrift wel degelijk had, alle jaargangen en oplages compleet. Min nummer 232, het nummer dat wij natuurlijk nodig hadden. "Ik vind het wel opmerkelijk hoor, vraag maar eens na aan je profesore of zij het niet toevallig heeft gestolen" zei Agneta nog. Het hele avontuur, voor een recensie van 2 paginas, heeft ons vier uur gekost. Thuis moedeloos het laptopje opgestart om er daar achter te komen dat het betreffende document te vinden was onder de eerste ordinaire google-link.

De dag erna wilde ik nog iets gaan printen ook. Op mijn faculteit is het niet mogelijk om zelf een printer of kopieerapparaat te bedienen, maar moet je naar het centro de copiado.  Een loketje waar ik op dit moment uitzicht op heb. Ik zie: een bordje dat vraagt om een rij te vormen, een kluwen mensen ervoor, tllicht van binnen en een meisje met geblondeerde highlights met uitgroei. Daar geef je je usb-stickje af, moet je het betreffende bestand aanwijzen en printen zij het voor je uit. Zei iemand daar informele economie-secundaire werkverschaffing? Natuurlijk was de printservice niet beschikbaar toen ik het documentje wilde printen. Vervolgens ben ik naar een copyshop gegaan achter het tankstation, alvorens bijna natgespat te worden door de al uitvoerig beschreven langsjakkerende bussen. Zoals het hoort, regende het verschrikkelijk en had ik geen jas bij me. Aldaar bleek ik ook niet te kunnen printen. Dit alles was toch een beetje teveel van het goede: een al enigzins gespannen Nederlands bachelorstudentje kan ook maar een bepaalde hoeveelheid dagelijks Mexico aan. Ik ben naar huis gegaan, heb aan de overkant in de winkel van Don Luis kleffe, zoete rotzooi ingeslagen en ben in bed gaan liggen mailen en eten. Gelukkig werd het leed verzacht door balsemende woorden van zowel moeders, Laura, als mijn nieuw Mexicaans lief (daarover een volgende keer meer).

Vandaag keerde ik vol goede moed terug, nadat ik vanochtend de stress en ongemak had weggeschrobd op het betonnen wasbord met een stevige hoeveelheid boenzeep en vuile kleren. Helaas begon het weer te regenen, werd het opeens heel koud en had ik weer geen jas bij me. Het college over literatuur uit Jalisco uit de twintigste eeuw werd geheel besteed aan de analyse van de verteller(s) in een verhaaltje van een bladzijde, waar ik maar de helft van begreep. Ik voelde me een dom gansje, te weinig kennis van literatuur om luidkeels mee te doen, te weinig kennis van antropologie om daar mijn zegje over te kunnen doen en ook nog eens een ongeperfectioneerd Spaans. Hopelijk gaat het college van het babyroze "propke" dat op dit moment officieel begint (hoeveel zal ze deze keer te laat zijn? Tien, twintig of dertig minuten?) over iets waar ik wel iets over kan zeggen.

Dan maar weer boenen en rijst met bonen?

Foto’s

2 Reacties

  1. Arual:
    20 februari 2010
    ai ai ai! the world is your oyster!

    en vergeet je jas niet ;-)
  2. Devran:
    21 februari 2010
    MIEUW! regen suckt.. misschien nog erger da.. nee niet erger dan sneeuw XD <3 take care hun u WILL make it! Agja hier is t kabinet gevallen lekkere dramaserie ala bak ellende~ lig ook in bed nu presentatie van morgen voorbereiden.. teveel stress I tell yoee T_T doe t rustig aan! ~ öptüm ~