Y'a du soleil et des nanas

27 april 2010 - Guadalajara, Mexico

Op de uitnodiging om naar een lucha libre mee te gaan, heb ik toch maar nee gezegd. Een arena met bemaskerde mannen die elkaar dramatisch zogenaamd neerslaan, terwijl massas mensen meekwijken, onder een roes van bier en tieten... Men zegt dat het een vast onderdeel is van de Mexicaanse cultuur, een onversmaadbaar partje dat niet valt over te slaan. Maar nee, vanavond even niet. Ik kijk in de spiegel en zie na een week van pret een bleek smoeltje met gegraveerde donkere kringen. Het toeval zit me vanavond mee: op het moment dat mijn telefoon uitvalt en het blijkt dat ik geen saldo meer heb, kan er net niet worden opgeladen in de Oxxo op de hoek omdat het oplaadsysteem - zoals gebruikelijk- niet werkt. De Oxxo is overigens een Mexicaanse keten met winkels type goedkope AH-to go meets tankstationwinkel, waar ze vooral veel doorgekookte koffie, eindeloos ronddraaiende hotdogs en dus beltegoed verkopen. Het maakt niet uit waar je in de republiek een Oxxo binnenstapt, ze hebben een kenmerkende en altijd dezelfde geur: net als de Intermarchés in Frankrijk die een uur in de wind stinken en de Hema's van Holland die altijd naar rookworsten en BH-textiel ruiken.

Dat tot zover een allerminst opvallend detail uit het Mexicaanse straatbeeld, toch redelijk essentieel hier voor het dagelijkse overleven en de behoefte aan bovengenoemde producten. Verder zijn er Sevenelevens in overvloed die alleen wat minder Mexico-eigen zijn, aangezien je er in de VS (en Japan) ook over struikelt. Het kenmerkende van Mexicaanse supermarkten is dat ze vooral erg veel lijken op alle grote massaketens waar ook ter wereld. Hier deden ze tot voor kort aan Carrefour (net als in oa België, Frankrijk en Brazilië maar vreemd genoeg niet in Nederland?), maar die winkels zijn nu omgedoopt met de onverklaarbare naam Chedraui. Dan hebben we nog tot mijn verbazing de Auchan (gezien in Mexico City vanuit het pesobrikje dat ik vorige week beschreef) en de keten Soriana met verplichte tassengarderobe en de megaketen Walmart waar ze alles verkopen, inclusief beurs fruit en verschrompelde tomaten. Ik weet niet waar deze blog me overigens nu heen stuurt, dus ik ga hier een omleidinkje aanbrengen want ik kan me voorstellen dat een beschrijving van alle Mexicaanse supermarkten niet bijster interessant is.. Even terug naar de afgelopen week:

Zoals de meesten wel weten was ik inderdaad jarig vorige week dinsdag. Door mijn huisgenoten was besloten dat ik dat maar op vrijdag 23 april moest gaan vieren, en dus werd een stoet mensen uitgenodigd via een openbare Facebookinvitatie en een iets te enthousiast geroepen "neem alle lieve mensen gerust mee hoor!". Met dergelijke uitnodigingen had ik gemengde ervaringen, maar het leek me een interessante proef op de som met het Mexicaanse studentenwezen. Omdat ik geen idee had hoeveel mensen er zouden komen en ik na één hele week hard studeren hoognodig een week niks wilde doen, had ik de week gebombardeerd tot "celebration-week": mocht het feestje op vrijdag niks worden, dan had ik toch minstens de hele week kleine feestjes gehad. Vorige week maandag is alweer in vergetelheid gezakt, dinsdag ben ik uit eten geweest met huisgenoten en werd er druk getelefoneerd vanuit Nederlands verweggistan door lieve familieleden waardoor ik de hele dag vertederd rondstuiterde en woensdag, eh... Woensdag ben ik naar een het bekakste winkelcentrum van allemaal gegaan met mijn suikerverslaafde Zweedse huisgenote. We deden ons ter plekke goed aan Amerikaanse kaneeldrollen en veel Ben&Jerry's ijs: een schaarste hier en hardgrondig gemist tussen alle hardroze la joven michoacana-ijssalons. Donderdag was er dan toch een lichtpuntje voor mijn Stalinistische planning die ondertussen verfomfaaid in een hoekje van mijn blauwe bloemetjestafel lag: ik ging zowaar iets lezen, maar toen kwam mijn Nederlandse huisgenote (die overigens een hekel heeft aan kaneeldrollen en ijsgespuis) binnenvallen met het idee om dronken te worden in verschillende cantina's en pulquerías. Een andere Hollandse ging ook nog mee, plus de Mexicaanse vriend die ons zou rondleiden. Na honderdduizend machoverhalen en tien jukeboxranchera's verder was het vrolijk geworden: de pulque smaakte naar behoren, de biertjes en tequila insgelijks en de 7 tacos en 2 quesadillas uiteindelijk ook. In de loop van de week had ik een hoog tevredenheidsgevoel opgebouwd: het feestje op het dakterras op vrijdag kon er zeker ook nog wel bij.

Dat werd een zwaar berookt en in bier gedrenkt kersje op de taart... Zoals het een goed Hollander betaamd had ik in de uitnodiging vermeld dat er audientie werd afgenomen vanaf negen uur savonds. Zoals het een goed Mexicaan betaamd, kwamen de eerste gasten binnen tegen tienen: de Zweedse, Poolse en Nederlandse meisjes van het huis  (nu ik het herlees kan dit tweeledig worden geïntepreteerd, ik verwijs natuurlijk naar huisgenotes) waren ondertussen omgekleed en de verjaardagskoningin rende zenuwachtig fladderend rond. De DJ die een complete soundsystem met puike pokoes het dak op zou slepen had de avond ervoor toch niet zo hoemend zat moeten worden met diezelfde koningin en huisgenotes, want dat vond zijn maagzweer niet zo leuk. Gisteren werd vernomen dat hij een half jaar geen zuur, geen heet, geen vet en geen alcohol mag nemen. Dat worden veel gekke sigaretjes de komende tijd voor hem. Uiteindelijk wist een kennis nog zijwaards boxen in te brengen, werden er verlengsnoeren en banken via een ielig steil trapje het dakterras opgeworpen en stroomden er mensen toe. De schatting is dat er uiteindelijk rond de zeventig uitgenodigden (en uitgenodigden van uitgenodigden en uitgenodigen van uitgenodigden van uitgenodigden) het huis bezopen naar beneden hebben proberen te feesten. De koningin rookte een paar peuken, sloeg een paar pintjes achterover en een tiental boeren (te snel gedronken) later werd de Gerda Smit-rap op youtube opgesnord, werd er Braziliaanse krottenwijkmuziek gedraaid en kwam er zelfs een Antilliaanse trilplaat voorbij, tot groot vermaak van Mexicanen die dachten dat Nederlandse muziek vooral bestond uit DJ Bloempot (Maceta of Tiesto in het Spaans) en andere campingdreun. Rond 8 uur 's ochtends was het défilé voor de koningin voorbij, die zich vervolgens terugtrok in de koninklijke vertrekken. De meischjes gingen nog even door: de zweedse huisgenote werd de volgende ochtend om 10 uur aangetroffen op de niet meer zo witleren bank achter een bak magnetronmacaroni met worst: ze had maar besloten niet te gaan slapen en was het dakterras gaan opruimen voor de zon te fel werd. De fotos die ze had getrokken voor de schoonmaak lieten een plaatje zien waar Spaarnwoude na Mystery Land een fris gazonnetje bij leek. Verder was haar toegeschreeuwd door de buurheks dat ze een vieze straatmadelief van het schuine leven was (maar dan iets anders verwoord) en dat er vooral niet moest worden geprobeerd om nog een keer een koninklijk défilé op het dak te organiseren want dan zou ze de politie bellen. Een enigzins loos dreigement want dat is hier je beste vriend als je je portomonnee maar trekt. Ik maakte me niet al te veel zorgen om die valse graftak want over een week of acht ben ik hier toch alweer vertrokken. De buurvrouw van de andere kant wist tevens te melden dat ze s'ochtends een zee van plastic bekertjes en bierkartonnen had gevonden op haar binnenplaats, beetje minder want voor het zelfde geld had één of andere Jan Doedel glazen flesjes naar beneden gekeild en hadden we nu geen buurvrouw aan de linkerkant meer gehad. Verder was de inventaris van gestolen goederen dat de dweilemmer (?) was verdwenen en dat de jas van mijn huisgenote was gejat. Die emmer heb ik zelf nog naar buiten zien gaan, gevuld met bier en gedragen door een groepje groezelige types die beweerden neven van een (welbekende) vriend te zijn. Later bleek dat deze vriend nooit mensen heeft meegenomen. Op het moment dat ze naar buiten liepen, dacht mijn beneveld brein nog "hey, die emmer ziet er bekend uit! waar ken ik die toch van?". De les die hier uit werd getrokken? Het was een puik feest, beetje groter uitgevallen dan gepland en in het vervolg wordt alleen de persoonlijke hofhouding van de koninging per expresse uitgenodigd. Militaire parades en ander snuivend vertoon wordt in het vervolg geweerd. In de categorie bijzondere voorvallen hadden we ook nog het ongemanierd alcoholisch sujet dat meende te moeten wateren op het dakterras van de buren, die de koningin persoonlijk in zijn kraag greep, waar met enige ferme bewoordingen (No te metes con esta chingadería pinche cabron porque no queremos putería con los vecinos, ¿me entendiste? Abajo puedes mear y si no metete a la verga o chingue a tu madre hijo de p*ta voor de ingewijden) duidelijk werd gemaakt dat het closet beneden was. En natuurlijk de paprikaoranje stomdronken duitser die meende om 5 uur sochtends nog een afgrijselijke tecnoplaat in te moeten starten waarin alleen de woorden I hate Iceland werden gekrijsd. Verder werd een kennis, dezelfde die vorige week bij het mij naar huis brengen reed als dat criminele poppetje in dat verboden 18+ spelletje van mijn broertje, bijna ingerekend door een patrouille op de hoek van de straat voor, natuurlijk, roekeloos rijgedrag maar die heeft zijn hachje kunnen redden met 100 pesos (6 euro) voor de broekzak van oom agent. Zo kan ik nog wel even doorgaan, maar ik neem aan dat de sfeerimpressie wel compleet is zo ongeveer.

Het weekend was gepland om te studeren, maar wederom werden er verschillende uitnodigingen uitgezet. Uiteindelijk werd het de meest afgrijselijke discotheek die ik ooit in mijn leven heb gezien: een zwart hellegat vol met dikke nichten met geëpileerde wenkbrauwen en vedraaide dood ge-geleerde plukken van wat ooit haar was, enge travestieten en een monotone fabrieksdreun. De tent heette niets voor niets "de zeven zonden" dus ik had beter moeten weten. Dan was er gisterochtend weer een college waar ik reddeloos maar ook wel vrolijk verloren tussen de moeilijk geknoopte poezie ronddobberde. En natuurlijk zou ik hard gaan studeren onder de toeziende blikken van de kleien koppen in de bibliotheek, maar werd het een eindeloos goed gesprek in een cafetaria met een Franse klasgenote: een kleine heldin van 23 jaar uit Nantes en de hele halve onderwerld van Tijuana van heel dichtbij mogen meemaken. Afschuwelijke verhalen over illegale overtochten, interviews met zes keer verkrachte vrouwen, kinderprostitutie, cocainenieuwjaarsfeestjes, een torenhoge muur waardoor je San Diego kan zien, Mexicanen die grenspatrouilles bekogelen met tamales en tortillas, kerkdiensten met de pastoor aan de ene en de gemeente aan de andere kant, maar ook Darlidadadidada uit de film Les Bronzés (een mayonaisegedrocht uit 1979 die elke Fransman kent, het liedje zal ook vast bekend zijn bij de oudere lezer, red.)  paseerde de revue. Savonds bij haar crepes mogen
eten en zowaar eindelijk, EINDELIJK maté gedronken. Bitter Godenvocht uit de houten nap, wat had ik dat spul gemist. Ik begin meer Utrechtelijke trekjes te vertonen. Vorige week heb ik ook al mijn vertrouwde wierrook gekocht, heb ik een auberginecurry gemaakt en dezelfde Japanse groene thee weten te scoren die ik ook thuis drink. Het huis ruikt nu naar Purple Paramaribo, mijn lila woondoos op de Uithof. Tevens is het vandaag precies vier maanden avontuur dat me rest. Ik ben over het hobbeltje van het nieuwe heen. De magische drie maanden grens is overschreden. Guadalajara voelt gek vertrouwd aan.

De plannen voor de vakantie zijn veranderd: ik zou eerst terug gaan naar het hedonisme marihuanisme nudisme van Zipolite, maar het kompas heeft zich naar het woeste noorden gericht: de streek van het kleine keffende hondje van Paris Hilton, de staat waar mensen zo boers zijn dat ze niet eens de moeite nemen om hun cocaine op te snuiven, maar het in hun keelgat gooien met een slok bier en waar de wietplantages welig tieren. De staat, dat als het een apart land zou zijn, het zich tevens het meest gewelddadige land ter wereld zou mogen noemen (hoewel ik dat moeilijk kan geloven als we kijken naar de hoorn van Afrika waar warlords hun vijanden levend achter hun auto's aanslepen, naar Oost-Congo, naar... etc). Ik ga niet alleen naar dit boevennest, en ik ga ook niet op zoek naar een leuk dealtje om goedkoop "parkiet" (perico, omdat je van dat poeder gaat kwekken als een parkiet volgens de Mexicanen) te scoren omdat dat het zo leuk doet op hippe homofeestjes in Amsterdam. Nee, dat leek me toch niet zo'n goed idee. In deze staat ligt echter een reepje treinrails dat veel toeristen aandoen, de laatste schietpartij op die trein is van het holst van de jaren negentig en op elke wagon staat een militair tegenwoordig. Het moet machtig mooi berggebied zijn en het is ook een andere kant van Mexico die ik nog niet heb gezien. Dit gedeelte van Chihuahua is relatief veilig, het  is nog steeds geen happy Guadalajara, maar het moet te bereizen zijn.

Voor nu rest me nog een aantal weken toch wel enigzins serieus studeren. In de vorige blog heb ik al beschreven wat er nog op het rekest staat. Maar ik blijf mijn handen in de lucht gooien, met de ondertussen vertrouwde branding van sterke drank en chilipepers in de keel, dansend en zingend over de zon "et des nanas",

dar

li

da

da

di

da

da!

Foto’s