Zoet.

22 april 2012 - Paramaribo, Suriname

Nee, ik vind het niet eerlijk om Paramaribo slechts als een gevaarlijk ghetto met casino's en enge mensen op elke straathoek af te schilderen. Dat bedacht ik me vanochtend. Suriname verdient nog veel meer kansen, ik kan me niet bang opsluiten in mijn eigen appartementje:

Kondreman un opo
Sranangron e kari un
Wans ope tata komopo
Wi mu seti kondre bun

Ik ben geen man van dit land, maar toch verhef ik voorlopig ook mijn hoofd elke ochtend op de grond van een oude plantage, onder dezelfde tropische zon. Ik pretendeer geen heilsridder van overzee te zijn, want daar hebben ze (zeker op het moment) geen boodschap aan. Helemaal niet als je van "die gasten aan de Noordzee" komt. Wie die uitspraak onlangs deed hoeft verder niet benoemd te worden, jullie, mijn beste lezers, weten hopelijk genoeg. Dus goed, ik ben niet van hier, maar toch heb ik de beste bedoelingen. Mi wani yepi seti kondre bun.

De lucht trilde al boven het golfplaten dak van de buren toen het elf uur was. Hopend op een bus keek ik uit het raam, maar aan de overkant van de sloot was het stil. Zaterdagochtend.. Dit keer laat ik me niet verrassen door de zon en smeerde ik me dik in met oude zonnebrand uit Mexico. Het is rustig op straat, dus ik kan op mn gemak de weg oversteken naar de videotheek. De collectie is niet om over naar huis te schrijven, maar ik weet er nog wat aardigs uit te vissen. Aan de balie zegt de jongen korzelig dat ik me moet inschrijven met een paspoort en een recent bankafschrift waar mijn adres op staat. Dan niet, ik denk schielijk aan de illegale dvd's die ze hopelijk verkopen op de centrale markt. Ik rijd de stad in: Torarica rechts, Uniqua links, het bord van de Palmentuin dat me aan een Cubaanse kermis doet denken, dag Baba en Mai links, jullie glimmen vandaag wel een beetje. Rechtdoor langs het Onafhankelijkheidsplein, via de verkeerspuinhoop voor de centrale markt. Toch maar eerst even de binnenstad in. Het is er een vrolijke chaos, ik observeer, bijna rijd ik voorbij een geel karretje tegenover het Kersten warenhuis. Ik draai om. Is dat niet hetzelfde karretje als in die serie van Ramon Beuk, Terug naar mijn roti? Luku bun toch, eindelijk een schaafijskar gevonden! Ik vraag aan een Creoolse man die in de rij staat hoeveel het kost. Geen idee, is het Nederlandse antwoord. Plots duikt er een dikke, boze vrouw op, getooid in strak blauw met gouden, Surinaamse kettingen: "Ik sta achter die man hoor". Whatever. Ik wacht wel, want ik heb m'n zonnebrand opgedaan. Ze begint een eindeloze discussie met de schaafijs man over de combinatie orgeade, markoesa en melk: volgens de schaafijs man niet te eten, dus hij wil het niet maken. Tante erbij, dochter erbij. "Nee, mi no wani a toverstaf-hocuspocus sani smaak dati, geef me gewoon die normale!"  Bijna maak ik een tyuri, stom mens met je dikke kont, er staan twintig man te wachten... Ik neem gemberbier-cola, en zet me aan de overkant in de schaduw. Mierzoet, ijskoud. Heerlijk. Na het bittere komt het zoete, het zoete Suriname.

Na een half uur ronddwalen in de hitte vind ik eindelijk die grote textielwinkel waar alle gidsjes het over hebben: het bekende "I love SU" t-shirt baken, alles, maar dan ook alles met de Surinaamse vlag verkopen ze hier: Readytex. Ik vind een grote plastic tas met, natuurlijk, de Surinaamse vlag en het woord SURINAME eronder. Voor mijn geestesoog verschijnt een enorme, ronde creoolse vrouw op het perron van het treinstation Schiphol. Plastic zakken uitpuilend met broodvruchten, handdoeken, een gigantische rolkoffer met het vlieglabel AMS en diezelfde SURINAME tas. Zuchtend en steunend tegen de man naast haar "Marciano, ga voor me kijken waar die trein gaat..". Ik was eigenlijk chagrijnig omdat ik die dag via Schiphol naar Leiden moest, er waren geen treinen vanuit Utrecht. Deze dame met haar sappige Nederlands en haar standvastige uitstraling maakte toen alles voor me goed. Die tas moest het dus zijn. Vervolgens kuier ik met mijn nieuwe tas aan het stuur richting een Hindoestaanse winkel. Ik zie een schemerig rek vol oude Bollywoodfilms, van het soort waar je in Nederland niet aan kan komen. Uit de winkel schalt chutneysoca. Ik kan de uitnodiging niet weerstaan, en kom oog in oog met een in plastic gehulde Durga te staan, de leeuw waar ze op zit kijkt gelukkig vriendelijk. De man aan de balie moet lachen om mijn voorkeur voor stokoude Hindifilms uit de jaren vijftig en zestig. Elk mens heeft zijn afwijkingen.. Met drie films en een pakje wierrook rijker stap ik de winkel uit, recht naar de boekhandel. Het valt me niet tegen wat ze hebben, een dame die ik daar onmoet zegt me dat het tien jaar geleden wel anders was. De boeken zijn alleen enorm prijzig: ik zie een door mij felbegeerd boek liggen voor het luttele bedrag van 40 Euro, bijna het dubbele van de Hollandse prijs. Gelukkig zijn ze hier klaarblijkelijk net begonnen met het Bulk-boek concept, waardoor ik alsnog twee historische Surinaamse romans voor 40 SRD (€9,30) kan scoren. 

Dan belt er iemand die ik via internet ken, een dame die hier al een tijdje woont met haar Surinaamse partner. Ze werkt ook hier, maar is van oorsprong Nederlandse. Of ik wat wil gaan drinken? Na honderd jaar eenzaamheid (Paramaribo iMacondo) ben ik ontzettend blij met dit telefoontje. We spreken af bij Uncle Ré, een creoolse eettent aan de waterkant. Volgens de gidsjes 'gezellig volks Surinaams'. Ik ben er meerdere keren voorbij gereden, maar kon er nog geen hoogte van krijgen. Uiteindelijk blijkt Oom Ré zelf te zijn schaften en strijken we even verderop neer. Mijn gesprekspartner blijkt erg vriendelijk en spontaan te zijn. Ze beschikt over een zeer goed analytisch vermogen, weet veel van Suriname en heeft interessante anekdotes. We schuiven op naar een eettent achter de nationale assemblee, ook aan de waterkant. De masoesa moksi aleisi lonkt, en blijkt ook nog eens overheerlijk te zijn. Zachte rijst, een fijne smaak. Sappige antroewa en stukken malse kip, nog iets anders dan de taaie drive-thru masala-fowru van gisterenavond.  De Wijdenboschbrug werpt schaduwen op Commewijne die steeds langer worden, terwijl het gesprek verder gaat. Muggen steken.

Ik keer voldaan naar huis. Een man in een auto voor het onduidelijke restaurant roept slechts "eeeeh witte mán". Vanochtend stond er nog een andere vent in de deuropening, een vrolijke bruine bierpens, hij lachte en stak zijn hand op. Het zoete Suriname. 

 

1 Reactie

  1. jacqueline dekkers:
    25 april 2012
    Hoi lieve Joris

    Nog proficiat met je verjaardag. 25 alweer. Ik ben die avond met je vader naar Willem 2 - Zwolle geweest. Wij hebben gewonnen met 3-1.
    Zo te lezen valt het allemaal niet mee, maar je weet, dat is altijd in het begin. Wouter zal er al wel bijna zijn, dus; geniet van het heerlijk warme leven daar en succes met je studie-onderwerp.
    Ik ga nu naar Bayern-Munchen-Real Madrid kijken, benieuwd wie van de 2 tegen Chelsea de Camp.Leaguefinale gaan spelen op 19 mei. Voor nu veel liefs en vele groeten van Jacqueline